Belasting op waterputten: Provincie richt zich op grote gebruikers
Eigenaren van kleine grondwaterputten kunnen opgelucht ademhalen, aangezien zij zich de komende jaren geen zorgen hoeven te maken. Zij mogen hun putten blijven gebruiken zonder belasting te betalen. De provincie heeft echter plannen om de belasting op grondwaterputten uit te breiden, maar dit zal pas gelden vanaf een gebruik van 50.000 kuub per jaar. Dit betekent dat vooral de grootgebruikers, zoals boerenbedrijven, vanaf 2026 moeten betalen voor het gebruik van grondwater.
De plannen van de provincie zijn nog niet definitief. Eind deze maand zal het provinciebestuur de begroting opstellen, waarin de grondwaterheffing verder zal worden uitgewerkt. Momenteel ligt de grens voor het betalen van belasting nog op 150.000 kuub per jaar, maar dit zal worden verlaagd naar 50.000 kuub per jaar. Gebruikers zullen 4 cent per kuub moeten betalen.
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de belasting van toepassing zou zijn op alle zogeheten ‘kleine grondwaterputten’ (met een capaciteit tot 10.000 liter/10 kuub per uur). Dit voornemen was ook opgenomen in het bestuursakkoord, maar het college is hier nu vanaf gestapt. Daarnaast was het plan om de heffing al volgend jaar in te laten gaan, maar dit wordt nu een jaar uitgesteld tot 2026.
Uit onderzoek van de waterschappen blijkt dat het grootste gedeelte (88 procent) van de grondwaterputten in onze provincie in handen is van particulieren. Deze mensen gebruiken het grondwater voornamelijk voor het besproeien van hun tuin. De overige 12 procent is in bezit van bedrijven, voornamelijk boerenbedrijven die het water gebruiken voor hun dieren of gewassen. Vooral deze laatste groep zal onder de grootgebruikers vallen en dus rekening moeten houden met de heffing.
Afgelopen jaar hebben de waterschappen gebruikers van kleine grondwaterputten gevraagd om zich te melden. In de gebieden van de waterschappen Brabantse Delta en De Dommel was dit verplicht, terwijl het in het gebied van Aa en Maas vrijwillig was. In de gebieden van Brabantse Delta en De Dommel is het niet toegestaan om een put die niet gemeld is, te blijven gebruiken.
Het aantal gemelde putten verschilt per waterschap:
De Dommel: 23.000
Brabantse Delta: ruim 9.000
Aa en Maas: 2.800
De plannen zijn nog niet volledig uitgewerkt, zoals bleek tijdens een commissievergadering van het waterschap De Dommel. Partijen vroegen zich af hoe het verbruik gemeten moet worden en of het waterschap zomaar gegevens moet delen met de provincie. Ook was er onduidelijkheid over hoe om te gaan met de vrijwilligheid in het gebied van Aa en Maas, waar puthouders lijken te ontsnappen aan de regels. Dagelijks bestuurslid Mado Ruijs (Water Natuurlijk) kon geen duidelijk antwoord geven op al deze vragen. “Het moet allemaal nog uitgewerkt worden.”
In de vergadering benadrukte ze wel dat het betreurenswaardig is dat in de media een verband werd gelegd tussen de meldplicht en de grondwaterheffing. De waterschappen hebben altijd benadrukt dat de meldplicht niets te maken heeft met de plannen van de provincie, maar dat ze slechts een beeld wilden krijgen van het grondwatergebruik uit kleine putten.
Binnenkort zullen de drie Brabantse waterschappen gezamenlijk de resultaten van het afgelopen jaar evalueren. Aa en Maas zal op basis daarvan beslissen of het nodig is om meldingen verplicht te maken, net zoals de andere waterschappen.
Dit Vind Je Ook Interessant: Drinkwatertekort dreigt voor Brabant, vreest Zuidelijke Rekenkamer Een Willem II-stadion vol water: deze installatie bespaart miljoenen liters