news-19092024-221149

In de strijd tegen de woningnood gaan steeds meer woningcorporaties hun huurders toestemming geven om onder te verhuren. Woningcorporatie Leystromen uit Rijen is daarbij één van de koplopers in Nederland en gaat als proef samen met het Bredase bedrijf MijnWoongenoot woningzoekenden via de hospitaregeling aan huurders koppelen. En er zijn nog meer nieuwe manieren bedacht om een woning te delen voor huurders die dat graag willen.

De woningcrisis raakt veel mensen in ons land hard. De komende jaren zullen er veel huizen bijgebouwd worden, maar dat zal niet voldoende zijn. “Het woningtekort kunnen we niet alleen aan met de bouw van nieuwe woningen”, zegt Mariëtte Ipenburg van woningcorporatie Leystromen. “Dat gaat te langzaam, dus moeten we een beetje anders en out-of-the-box denken om te zorgen dat meer mensen aan woonruimte komen.”

“Omdat er huur gevraagd mag worden, zorgt dat voor een stukje extra inkomen.” Woningcorporatie Leystromen zet daarom in overleg met gemeentes drie instrumenten in om mensen aan onderdak te helpen. Het zijn proefprojecten van twee jaar waarvoor eerder geen toestemming aan de huurders werd gegeven. Als eerste is er het zogenaamde inwonen. “Iemand gaat heel kort en tijdelijk bij een ander wonen”, legt Ipenburg uit. “Er mag geen huur gevraagd worden, want het is echt bedoeld om iemand in nood te helpen. Voor een vriend die onderdak nodig heeft.”

Een tweede, nieuwe, variant zijn de ‘vriendenwoningen’. Daarbij gaan twee mensen een voordeur delen, zodat de beschikbare ruimte beter wordt benut. “Twee bekenden gaan samen voor langere, onbepaalde tijd een huurcontract aan. We zijn hier pas mee gestart en hebben daar twee nieuwbouwwoningen voor beschikbaar gesteld. Eén in Goirle en één in Hilvarenbeek”, zegt Ipenburg.

“Onderverhuur brengt ook gezelschap en een veilig gevoel in huis.” Nieuw is ook de derde en meest opmerkelijke proef, waarbij de hospitaregeling nieuw leven wordt ingeblazen. Huurders van woningcorporatie Leystromen mogen voortaan aan iemand een kamer onderverhuren en deze huurder in huis nemen om een hospitahuurovereenkomst mee te sluiten. Dat heeft meerdere voordelen, vindt Marloes Sperber van woningcorporatie Leystromen: “Ze helpen natuurlijk iemand aan woonruimte. En omdat er huur gevraagd mag worden, zorgt het ook voor extra inkomsten. Dat kan sommigen helpen. Maar onderverhuur brengt ook gezelschap én een veilig gevoel in huis. Er wordt een stukje eenzaamheid tegengegaan. Dat is voor mij misschien nog wel de grootste toegevoegde waarde.”

Om de proef van onderverhuur in goede banen te leiden, werkt de woningcorporatie samen met het Bredase bedrijf MijnWoongenoot. Die gaat belangstellenden, huurders en woningzoekenden, matchen. “De aanbieder is leidend, dus ik ga als eerste in gesprek met degene die de woonruimte aanbiedt”, vertelt matchmaker Kitty van der Made van MijnWoongenoot. “Wat zijn de wensen en grenzen. Daar selecteer ik kandidaten op. Iemand kan bijvoorbeeld als harde eis man of vrouw hebben. En hoe zit het met hobby’s en overeenkomsten? Het is belangrijk dat er een klik wordt ervaren, want je deelt alle voorzieningen met elkaar. Het is een zorgvuldig proces.”

“Er is een toename van het aantal mensen dat alleen woont in vaak (te) grote huizen”, vervolgt Van der Made. “Als er kamers over zijn is dit vaak een snelle, goedkope en eenvoudige oplossing om woonruimte te creëren voor een ander.”

“Met deze proef kunnen we mensen echt helpen.” Niet iedereen komt nog in aanmerking voor de hospitaregeling en er zijn regeltjes. Voorlopig is de proef alleen voor alleenstaande huurders en geeft Leystromen slechts toestemming voor de verhuur van een jaar. Er is een belastingvrijstelling voor 5998 euro huur per jaar en bij onderverhuur blijft zorg- en huurtoeslag, WW, AOW in de meeste gevallen ongemoeid. Voor een participatie-uitkering doen we vaak een beroep op een gemeente om maatwerk te leveren.” “Van het woningdelen is de hospitaregeling wel de meest ingrijpende”, vindt Marloes Sperber. “Want is het allemaal wel zo leuk als we van tevoren bedacht hebben? We zijn nu met zes gemeentes in Brabant in gesprek en in Goirle gaan we op zeer korte termijn al de eerste matches maken. Het is een proef, maar ik verwacht dat we mensen echt kunnen helpen.”