news-19092024-225421

Voorlezen aan kinderen: Wie doet dat vooral in 2021?

Het voorlezen aan kinderen brengt niet alleen plezier, maar is ook van groot belang voor de ontwikkeling van kinderen. Uit een recent onderzoek van Stichting Marktonderzoek Boekenvak en GfK onder duizend Nederlandse ouders blijkt dat moeders nog steeds de primaire leesopvoeders zijn in het gezin. Maar hoe zit het met vaders en de rol die zij spelen bij het voorlezen aan kinderen?

De rol van moeders en vaders bij het voorlezen

Moeders worden nog altijd gezien als de belangrijkste leesopvoeders in het gezin. Uit het onderzoek blijkt dat 71 procent van de moeders zichzelf noemt als de belangrijkste speler in de opvoeding als het om lezen gaat, terwijl slechts 27 procent van de vaders dit doet. Dit verschil kan deels verklaard worden door de jeugdervaringen van vaders, aangezien zij vroeger minder vaak werden voorgelezen dan moeders.

Het onderzoek toont aan dat zowel moeders als vaders regelmatig voorlezen aan hun kinderen, vooral in de levensfase van 0 tot 6 jaar. Moeders lezen hierbij vaker voor dan vaders, waarbij 70 procent van de moeders bijna elke dag voorleest, terwijl dit percentage bij vaders op 55 procent ligt. Daarnaast besteden moeders ook meer tijd aan andere leesopvoedingsactiviteiten, zoals praten over boeken of samen naar de boekhandel of bibliotheek gaan.

Belang van voorlezen voor de ontwikkeling van kinderen

Zowel moeders als vaders hechten veel belang aan de leesopvoeding van hun kinderen. Uit het onderzoek blijkt dat negen op de tien ouders leesopvoeding belangrijk vinden voor hun kind. Voorlezen en samen lezen worden beschouwd als een van de belangrijkste ontwikkelingsactiviteiten voor kinderen, naast bijvoorbeeld buiten spelen en sporten.

Echter, niet alle ouders ervaren het voorlezen aan kinderen als makkelijk. Uit het onderzoek blijkt dat 41 procent van de ouders graag meer tijd zou willen besteden aan de leesopvoeding. Verschillende drempels kunnen hierbij een rol spelen, die met de jaren lijken toe te nemen. Ouders met kinderen tussen de 6 en 12 jaar ervaren bijvoorbeeld drempels zoals de grote aantrekkingskracht van schermen, concurrentie van andere activiteiten en het gebrek aan leesinteresse bij het kind.

Hoe kunnen ouders deze drempels overwinnen?

Om de drempels voor leesopvoeding te overwinnen, kunnen ouders verschillende strategieën toepassen. Zo kunnen zij het gebruik van schermen beperken en een leesroutine inbouwen in het dagelijkse leven van hun kinderen. Het is ook belangrijk om de interesse van kinderen in lezen te stimuleren door boeken te kiezen die aansluiten bij hun interesses en leeftijd.

Daarnaast kunnen ouders het voorlezen aan kinderen leuker maken door interactieve voorleessessies te organiseren, waarbij kinderen actief betrokken worden bij het verhaal. Door samen naar de bibliotheek of boekhandel te gaan, kunnen ouders de liefde voor boeken en lezen bij hun kinderen stimuleren.

Conclusie

Voorlezen aan kinderen blijft een belangrijke activiteit voor zowel moeders als vaders in 2021. Hoewel moeders nog steeds de primaire leesopvoeders zijn, spelen vaders ook een belangrijke rol bij het voorlezen aan kinderen. Het is essentieel dat ouders de drempels voor leesopvoeding overwinnen en actief bezig blijven met het stimuleren van de liefde voor lezen bij hun kinderen. Door samen te genieten van boeken en verhalen, kunnen ouders bijdragen aan de ontwikkeling en groei van hun kinderen.