De voormalige president van Peru, Alejandro Toledo, is veroordeeld tot meer dan 20 jaar gevangenisstraf voor het aannemen van steekpenningen van het Braziliaanse bouwbedrijf Odebrecht. Toledo, die van 2001 tot 2006 president was, ontving naar verluidt 35 miljoen dollar van het bedrijf in ruil voor een grote opdracht. Hierdoor kreeg Odebrecht de toestemming om een weg aan te leggen die Peru met Brazilië verbindt.
Toledo, die jarenlang in de Verenigde Staten woonde, werd in 2019 op verzoek van Peru gearresteerd en onder huisarrest geplaatst voordat hij vorig jaar aan Peru werd uitgeleverd. Hij heeft alle beschuldigingen van witwassen ontkend. Het bouwbedrijf Odebrecht, nu bekend als Nonovor, bekende in 2016 omkoping van ambtenaren in meerdere landen, waaronder Nederland.
Naast Toledo zitten ook andere voormalige presidenten van Peru achter de tralies. Er is een speciale gevangenis aan de rand van Lima gebouwd voor ex-presidenten. Zo zit voormalig president Pedro Castillo vast nadat hij werd afgezet en gearresteerd vanwege zijn poging om het parlement te ontbinden. Vorige maand overleed oud-president Alberto Fujimori in de gevangenis, waar hij een straf uitzat van 25 jaar voor betrokkenheid bij de moord op 25 Peruanen in de jaren 90.
Een andere voormalige president, Alan Garciá, pleegde zelfmoord bij zijn arrestatie vanwege verdenking van het aannemen van steekpenningen van Odebrecht. Zelfs de huidige president, Dina Doluarte, wordt beschuldigd van corruptie en het aannemen van smeergeld. Het Openbaar Ministerie van Peru heeft in mei van dit jaar een aanklacht tegen haar ingediend.
De veroordeling van Toledo benadrukt de ernst van corruptie in de politiek van Peru en de noodzaak van strengere maatregelen om dit tegen te gaan. Het land heeft te maken gehad met meerdere gevallen van corruptie binnen de regering, wat heeft geleid tot de gevangenzetting van verschillende voormalige en huidige politieke leiders. Hopelijk zal deze zaak dienen als een waarschuwing voor toekomstige politici en functionarissen om zich te houden aan ethische normen en integriteit in hun ambtstermijn.
