De regels voor het belonen van bankiers zullen niet worden versoepeld, zo heeft een motie van de SP de steun gekregen van een meerderheid in de Kamer. Zelfs de coalitiepartijen PVV en NSC hebben hiermee ingestemd. Dit besluit komt voort uit het feit dat de Kamer vooruitloopt op de evaluatie van de beloningsregels in de financiële sector, die eens in de vijf jaar wordt uitgevoerd en in december wordt verwacht.
Minister Heinen van Financiën wilde eigenlijk wachten op de uitkomsten van deze evaluatie voordat er verdere beslissingen zouden worden genomen. Echter, de Kamer heeft ervoor gekozen om nu al tegen een eventuele verruiming van de regels te stemmen, ondanks het advies van de minister.
Dit nieuws is een tegenvaller voor de financiële sector, aangezien verschillende banken en financiële instellingen juist meer ruimte willen voor het uitkeren van bonussen. ABN Amro, waar de Nederlandse staat nog steeds een belang van meer dan 40 procent in heeft, is hier een voorbeeld van. Momenteel is de bank op zoek naar een nieuwe bestuursvoorzitter, die maximaal 800.000 euro per jaar mag verdienen als vaste beloning.
Het huidige bonusplafond in Nederland ligt op 20 procent van het vaste salaris, terwijl dit in de rest van Europa op 100 procent ligt. Het argument voor soepelere bonusregels in Nederland is dat banken op deze manier makkelijker geschikte kandidaten voor topfuncties kunnen aantrekken.
De huidige regels zijn opgesteld na de financiële crisis van 2008, waarbij onder andere werd gesteld dat verkeerde prikkels van bankiersbonussen hebben bijgedragen aan de crisis. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is teleurgesteld over het besluit van de Kamer en had liever gezien dat de evaluatie was afgewacht voordat er concrete stappen werden genomen.
Het is duidelijk dat de discussie over bankiersbonussen nog lang niet voorbij is en dat er verschillende belangen spelen. Het is belangrijk dat er een balans wordt gevonden tussen het belonen van prestaties en het voorkomen van risicovol gedrag binnen de financiële sector. Hopelijk zal de evaluatie in december meer duidelijkheid bieden over de beste aanpak voor de toekomst.