man-die-82-jarige-in-rotterdam-doodde-krijgt-geen-gevangenisstraf-rechtbank-verwijst-naar-psychose

Rotterdam rechtbank oordeelt dat man die 82-jarige doodde geen gevangenisstraf krijgt

Op zaterdag 22 maart 2025 heeft een Rotterdamse rechtbank geoordeeld dat de man die begin 2024 een 82-jarige voorbijganger dodelijk heeft neergestoken niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden vanwege een tijdelijke psychose op het moment van de aanval. Het vonnis van de rechtbank betekent dat er geen straf zal worden opgelegd.

De tragische gebeurtenis vond plaats op 18 januari 2024 nabij de Spaansebrug in Rotterdam. Een 46-jarige Poolse man stak een 82-jarige man zonder enige aanleiding herhaaldelijk neer in het volle daglicht. Noodhulpverleners hebben het slachtoffer ter plaatse gereanimeerd voordat hij in kritieke toestand naar een ziekenhuis werd vervoerd. Hij bezweek enkele dagen later aan zijn verwondingen. Na de aanval bedreigde de verdachte een vuilnisophaler met zijn mes voordat hij vluchtte. Hij werd later gearresteerd.

Tijdens de rechtbankzitting beweerde de verdachte dat hij uitgeput en verward was op de dag van de aanval. Hij leefde op straat, leed aan slaaptekort en ondervoeding. Hij dacht dat hij in Polen was en vreesde dat hij werd achtervolgd. Door met vreemden in het Pools te praten, dacht hij dat ze dezelfde taal spraken en zag hij gezichten die niet bestonden. Die ochtend stal hij een mes uit een supermarkt, overtuigd dat hij zich moest verdedigen. De verdachte zei dat hij de oude man verwarde met een van zijn vermeende aanvallers en instinctief handelde.

Het Pieter Baan Centrum evalueerde de geestelijke gezondheid van de verdachte. Een psycholoog en psychiater getuigden dat hij een geschiedenis van alcoholmisbruik had en een hersenletsel had opgelopen bij een eerder ongeval. Ze konden echter niet definitief vaststellen of hij in een psychotische toestand verkeerde toen hij het slachtoffer neerstak en de vuilnisophaler bedreigde.

De rechtbank vond sterke aanwijzingen dat de verdachte in een psychotische toestand verkeerde. Drie dagen voor de steekpartij zakte hij in elkaar van een epileptische aanval, waarschijnlijk veroorzaakt door alcoholontwenning. Hij werd ’s nachts in het ziekenhuis opgenomen maar werd ontslagen en bracht enkele dagen door in bevriezende omstandigheden, slapend op straat zonder voldoende voedsel of water. Volgens experts verhogen epilepsie en hersenletsel de kwetsbaarheid voor psychose.

Zijn onvoorspelbare gedrag zou hebben voortgeduurd in de dagen na zijn ontslag uit het ziekenhuis. Hij werd gezien terwijl hij op een snelweg rondzwierf en betrad op de ochtend van de aanval onuitgenodigd een vreemde auto. De rechtbank merkte op dat de verdachte na het neersteken van het slachtoffer rustig wegliep, alsof hij niet werd beïnvloed door wat er zojuist was gebeurd – verdere bewijzen van zijn loskoppeling van de realiteit.

De rechtbank oordeelde dat de psychose van de verdachte zijn perceptie van de werkelijkheid zo ernstig had verstoord dat het zijn gewelddadige daden volledig aanstuurde. Hij leed aan paranoïde waanideeën en geloofde dat hij werd aangevallen. Daarom oordeelde de rechtbank dat hij niet strafrechtelijk verantwoordelijk kon worden gehouden en geen straf zou krijgen.

Bovendien vond de rechtbank geen gronden voor gedwongen psychiatrische behandeling. Experts van het Pieter Baan Centrum constateerden geen lopende symptomen die ingrijpen vereisten. Zijn psychotische toestand leek een tijdelijke reactie te zijn op extreme omstandigheden, waaronder plotselinge alcoholontwenning, epileptische aanval, hersenletsel, uitputting, blootstelling aan kou en ondervoeding. Zodra hij in een stabiele omgeving werd geplaatst, verdween de psychose.

De rechtbank erkende de moeilijke impact van het vonnis op de familie van het slachtoffer en de bedreigde vuilnisophaler. “We begrijpen dat deze uitspraak pijnlijk is voor de nabestaanden van het slachtoffer en de betrokkenen,” verklaarde rechtbankwoordvoerder Morena van Baaren. “Maar gezien de omstandigheden is er geen andere mogelijke conclusie, hoe verschrikkelijk deze zaak ook is.”