Nederlandse economie toont tekenen van krimp, maar vooruitzichten verbeteren
De Nederlandse economie vertoont tekenen van krimp, maar er zijn ook enkele positieve ontwikkelingen. Volgens Nevi, de Nederlandse vereniging voor inkoopmanagement, bleef de zakelijke en inkoopactiviteit in de laatste maand van 2024 krimpen. Algehele vraag bleef matig, waardoor bedrijven bewust hun voorraden op een lager niveau hielden.
Voortdurende economische neergang
Dit was de zesde opeenvolgende maand van economische krimp, volgens de observaties van de vereniging. “De Nederlandse productiesector eindigde het jaar met een daling, waarbij er sprake was van voortdurende dalingen in nieuwe orders, productievolume en werkgelegenheid,” schreef Nevi.
Werknemersaantallen zijn al vijf maanden op rij gedaald, inkoop bleef laag, productie was beperkter en levertijden bleven langer, aldus Nevi. Tegelijkertijd zijn inkoopprijzen blijven stijgen, met inflatie op het hoogste niveau in vier maanden.
Positieve vooruitzichten voor 2025
De Purchasing Manager Index (PMI) van Nevi stond in december op 48,6, waarbij elke score onder de 50,0 wijst op economische krimp in vergelijking met de vorige maand. De PMI is een maatstaf om economische groei of krimp te bepalen op basis van een enquête onder managers in supply chain-posities over verschillende industriële sectoren.
“In december daalde de hoeveelheid aangekochte materialen en de voorraad materialen significant. Ondertussen bleef de inflatie van verkoopprijzen hoog en veranderde nauwelijks deze maand, terwijl de druk op kosten zelfs iets toenam als gevolg van grondstof- en personeelskosten,” schreef Nevi in een verklaring.
De score in december was minder negatief dan de 46,6 die in november werd gerapporteerd, wat de laagste score van het jaar was. Een jaar geleden werd de PMI voor december vastgesteld op 44,8. In feite liet december 2024 de beste PMI-score zien sinds eind juli, wat wijst op reden tot optimisme met betrekking tot het economische beeld van 2025.
Toenemend vertrouwen
De enquête van Nevi noemde “vertrouwen in toekomstige productievolumes”, waarbij inkoop- en supply chain-managers het meest optimistisch waren sinds juli, ondanks zwakke vraag van buitenlandse klanten, waaronder die in Duitsland. “Dit optimisme was gebaseerd op geplande investeringen, groeiambities van bedrijven en een voorspelde toename van het aantal nieuwe orders.”