Op de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen staat het debat over ambtelijke adviezen met betrekking tot het uitroepen van een crisistoestand om harde asielmaatregelen mogelijk te maken centraal. De oppositie heeft vanochtend afgedwongen dat de ambtelijke adviezen openbaar worden gemaakt, maar was teleurgesteld toen bleek dat de stukken van het ministerie van Justitie grotendeels zwartgelakt waren.
Premier Schoof heeft toegezegd dat de ongelakte stukken alsnog naar de Kamer zullen worden gestuurd. Na de schorsing voor het avondeten kan de Kamer waarschijnlijk met deze stukken aan de slag.
De stukken van het ministerie van Binnenlandse Zaken waren wel goed leesbaar. Uit deze stukken blijkt dat ambtenaren van dit ministerie van mening zijn dat het kabinet geen beroep kan doen op buitengewone omstandigheden. Ze raden hun minister, Judith Uitermark (NSC), af om gebruik te maken van artikel 110 en artikel 111 van de Vreemdelingenwet.
“Inwerkingstelling daarvan zou uit het regeerprogramma moeten worden gehaald, aangezien er onder de huidige omstandigheden geen sprake is van een noodsituatie die dit rechtvaardigt,” aldus de ambtenaren. Ze benadrukken de verantwoordelijkheid van de minister voor het hoeden van de Grondwet en het rechtsstatelijk handelen van het bestuur.
De ambtenaren zijn er stellig van overtuigd dat regelgeving op dit gebied met succes zal worden aangevochten bij de rechter. Ze wijzen erop dat het werken buiten het parlement om alleen in urgente noodsituaties acceptabel is. Het activeren van staatsnoodrecht zonder duidelijke motivering is volgens hen niet democratisch of rechtstatelijk aanvaardbaar.
Ook ambtenaren van het ministerie van Justitie twijfelen aan de juridische onderbouwing van de voorgestelde noodgreep. Ze benadrukken dat het moeilijk zal zijn om tot een juridisch houdbare argumentatie te komen, aangezien er volgens hen geen sprake is van buitengewone omstandigheden die een dergelijke actie rechtvaardigen.
In een ander advies wordt gesuggereerd om spoedwetgeving in te zetten in plaats van de voorgestelde noodgreep. Volgens de adviseurs zijn daarvoor onvoorspelbare en externe factoren nodig, wat niet het geval is bij de huidige situatie.
Het kabinet wil een deel van de Vreemdelingenwet buiten werking stellen door een crisistoestand uit te roepen. Dit zou gepaard gaan met noodwetgeving die niet direct aan het parlement wordt voorgelegd. Minister Faber van Asiel en Migratie heeft aangegeven dat de voorgestelde maatregelen juridisch getoetst zijn.
Het voornemen van het kabinet om noodwetgeving in te zetten heeft gisteren al tot veel kritiek geleid van de oppositiepartijen. Zij zijn van mening dat de Tweede Kamer buitenspel wordt gezet en dat er alleen achteraf nog iets aan gedaan kan worden. De ambtelijke adviezen die nu naar buiten komen, onderstrepen deze zorgen en zetten het debat verder op scherp.
De tijdelijke fractievoorzitter van de coalitiepartij NSC, Van Vroonhoven, kwam gisteren al onder vuur te liggen vanwege haar steun aan het voornemen van het kabinet. De oppositie vindt dat deze maatregel niet past bij de rechtsstatelijkheid die haar partij hoog in het vaandel heeft staan.
Met de onthulling van de ambtelijke adviezen lijkt het debat over de voorgestelde asielmaatregelen alleen maar verder te intensiveren. Het is nu aan de Kamer om te bepalen hoe zij hiermee om willen gaan en of de voorgestelde noodwetgeving daadwerkelijk de juiste weg is om het asielbeleid aan te scherpen.