news-23092024-160423

Mirjam Bolle-Levie heeft de Amsterdamse Andreaspenning ontvangen voor haar decennialange inzet voor onderwijs over de Holocaust. De 107-jarige Holocaustoverlevende is de laatste nog levende betrokkene bij de Joodse Raad. De Andreaspenning is een onderscheiding van de gemeente Amsterdam, die wordt uitgereikt aan mensen die voor de stad een “uitzonderlijke prestatie verrichten met een landelijke uitstraling”, bijvoorbeeld op het gebied van sport, wetenschap, journalistiek, kunst of politiek.

Nederlandse Ambassadeur in Israël reikt onderscheiding uit

De Nederlandse ambassadeur in Israël, Marriet Schuurman, heeft namens de Amsterdamse burgemeester Halsema de onderscheiding uitgereikt aan Mirjam Bolle-Levie. De 107-jarige vrouw was in Jeruzalem bij de premièrevoorstelling van de film Verdwenen Stad, die gaat over de rol die de Amsterdams tramvervoersorganisatie GVB speelde bij de deportaties van Joden in de Tweede Wereldoorlog. Bolle-Levie deelt in de film haar oorlogservaringen.

Na de uitreiking was Bolle-Levie zeer ontroerd en gaf aan verrast te zijn door de onderscheiding. Ze vertelde aan Het Parool: “Ik ben zeer onder de indruk van deze onderscheiding. Ik wist niet dat ik zo braaf ben geweest en zoveel heb gedaan voor de Holocausteducatie.” Het is de eerste onderscheiding die ze heeft ontvangen.

Mirjam Bolle-Levie en de Joodse Raad

In 1938 begon Mirjam Bolle-Levie als secretaresse voor het Comité voor Joodsche Vluchtelingen, een Nederlandse hulporganisatie voor vluchtelingen uit nazi-Duitsland. Later werd dit comité omgevormd tot de Joodse Raad door de Duitse bezetters, met als doel anti-Joodse maatregelen gemakkelijk in te voeren in Nederland. Bolle-Levie behield haar functie en was de rechterhand van David Cohen, samen met Abraham Asscher voorzitter van de Raad.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de handelwijze van de Joodse Raad onderwerp van een morele discussie, waarbij critici stellen dat de Raad meer tegen de Duitsers had kunnen verzetten. Bolle-Levie zweeg lange tijd over haar verleden, maar in 1995 deed ze voor het eerst haar verhaal en verdedigde ze de Raad. Ze benadrukte dat Cohen en Asscher destijds dachten dat ze afspraken konden maken met de nazi’s en zo de deportatie van Joden zo lang mogelijk konden uitstellen.

Het fatale dilemma en Ik zal je beschrijven hoe een dag er hier uitziet

In het verfilmde boek Het fatale dilemma werden de eerste interviews met Mirjam Bolle-Levie vastgelegd. In 2003 bracht ze het boek Ik zal je beschrijven hoe een dag er hier uitziet uit, waarin de brieven gebundeld zijn die ze tijdens de oorlog schreef aan haar verloofde. Deze brieven en verhalen van Bolle-Levie zijn ook terug te vinden in de historische dramaserie De Joodse Raad, die eerder dit jaar uitkwam.

Mirjam Bolle-Levie heeft zich haar hele leven ingezet voor het onderwijs over de Holocaust en haar persoonlijke ervaringen gedeeld om de herinnering levend te houden. Haar onderscheiding met de Andreaspenning is een erkenning van haar belangrijke bijdrage aan het bewustzijn en het begrip van deze zwarte periode in de geschiedenis.