news-24102024-230707

PVV-minister Agema verdedigt bezuinigingen tijdens financiële uitdagingen

Minister Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft vandaag in de Tweede Kamer benadrukt dat er momenteel geen extra geld beschikbaar is voor de zorgsector. Tijdens een debat heeft ze de plannen in de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verdedigd, inclusief de recent aangekondigde bezuinigingen op infectieziektenbestrijding.

Agema benadrukte dat het kabinet-Schoof voor een uitdaging staat om 18 miljard euro te bezuinigen. “We moeten onze financiën weer op orde brengen”, aldus de minister.

Tijdens het debat heeft Agema ook kritiek van linkse oppositiepartijen zoals GroenLinks, de PvdA, de SP en Denk weerlegd. Deze partijen beschuldigden Agema ervan dat ze als minister beloften breekt die ze als PVV-Kamerlid in het verleden heeft gedaan. Zo wezen ze erop dat het eigen risico niet volledig wordt afgeschaft, dat niet alle regionale ziekenhuizen open zullen blijven en dat particuliere beleggingen niet worden verboden.

De SP-leider Dijk concludeerde: “U bent VVD geworden.” Daarnaast begreep de SP niet hoe Agema kan instemmen met nieuwe bezuinigingen om 250 miljoen euro te besparen op subsidies voor organisaties en projecten die zich bezighouden met preventie en zorg voor onverzekerden. “U heeft jarenlang geroepen om meer geld voor de zorg, en nu laat u onverzekerden aan hun lot over”, aldus de SP.

Minister Agema reageerde geïrriteerd op deze kritiek en noemde het “onfatsoenlijk”. Ze benadrukte dat de zorgplannen van de SP jaarlijks minstens 14 miljard euro zouden kosten, wat volgens haar niet haalbaar is en het land failliet zou laten gaan. Agema legde uit dat als PVV-Kamerlid er meer geld voor de zorg geëist kon worden omdat de financiële situatie destijds anders was.

Hoewel de coalitiepartijen over het algemeen de aanpak van de minister steunen, vinden ze wel dat Agema meer vaart kan maken met de praktische uitvoering van plannen uit het regeerakkoord. Dit werd duidelijk tijdens het debat in de Tweede Kamer.