Rechtbank vernietigt ontslag magazijnmanager, kent schadevergoeding toe
Een magazijnmanager bij BMN Bouwmaterialen, een Nederlands bedrijf voor bouwmaterialen, is ten onrechte ontslagen nadat hij een fooi van 50 euro van een klant had aangenomen, zo heeft een rechtbank geoordeeld. De man, geboren in 1989, kreeg een schadevergoeding van in totaal 14.571 euro voor de onrechtmatige beëindiging.
De gebeurtenis
De man was sinds begin 2019 werkzaam bij de Rhenen-vestiging van BMN Bouwmaterialen en werd in 2021 gepromoveerd tot magazijnmanager. Op 15 februari 2024 werd hij opgeroepen voor een gesprek met de vestigingsmanager en een vertegenwoordiger van human resources om te praten over de aanwezigheid van contant geld op de werkvloer. Tijdens het gesprek gaf de man toe dat hij een briefje van 50 euro in zijn portemonnee had, dat hij naar eigen zeggen als fooi had ontvangen van een klant voor zijn dienstverlening.
BMN Bouwmaterialen bestempelde deze handeling direct als diefstal en beëindigde zijn dienstverband ter plekke. In de ontslagbrief van het bedrijf werd de “fooi” aangehaald als een schending van het beleid, waarbij werd gesteld dat fooien niet meer dan een paar euro mochten bedragen.
De uitspraak van de rechtbank
De voormalige magazijnmanager betwistte het ontslag en betoogde dat er geen duidelijk beleid was met betrekking tot fooien binnen het bedrijf. Hij verklaarde dat fooien vaak werden gegeven en zelfs werden verzameld in een “fooi-pot” waaruit werknemers af en toe hun collega’s trakteerden. De rechtbank oordeelde dat het ontslag onrechtmatig was, aangezien het bedrijf geen formeel beleid of richtlijnen had met betrekking tot het accepteren van fooien.
De compensatie
Als onderdeel van de uitspraak kreeg de magazijnmanager een schadevergoeding voor de onterechte beëindiging. Hij ontving 6.244 euro aan achterstallig loon voor de periode dat hij in dienst had moeten zijn, evenals een wettelijke transitievergoeding van 5.326 euro en een extra vergoeding van 3.000 euro voor de emotionele schade veroorzaakt door het onrechtmatige ontslag.
Hoewel de man aanvankelijk een totale vergoeding van 18.000 euro had gevraagd, gelijk aan zes maanden salaris, was hij binnen een maand in dienst bij een ander bedrijf, wat van invloed was op het uiteindelijke bedrag van de vergoeding. Hoewel hij geen leidinggevende functie had bij zijn nieuwe baan, merkte de rechtbank op dat zijn salaris niet was bekendgemaakt, wat leidde tot een enigszins verlaagd compensatiebedrag.